31 Mei – 1 Juni Camaret – Brest – Camaret.
Vandaag maandag zeil ik naar Brest en meer af in de nieuwe marina onder het Château, Port du Château, lekker dicht bij de stad en dicht bij het station. Ik maak nog het laatste restje feestelijkheden mee van het afscheid van het 46 jaar oude helikopter vliegdekschip D’Jeanne D’Arc. Veel mensen staan op de kade en dit schip wordt door vier sleepboten naar de marinehaven gesleept om definitief gesloopt te worden. Een indrukwekkend gezicht. Ik sta voor het eerst in een wasserette en gelukkig is daar een aardig Frans meisje die mij precies kon uitleggen hoe het een en ander daar werkt. Martine sms mij gelukkig nog snel via een hulpsms de juiste wastemperatuur anders waren de diverse kledingstukken na afloop van dit spektakel alleen geschikt gebleken voor kabouters. Schip spik en span gemaakt, het vooronder opgeruimd en kooi opgemaakt voor junior. Brest is verder een moderne stad zoals er zo vele zijn, geen bijzonderheden en niet de moeite waard om er erg lang te blijven hangen. Ik bezoek er wel een prachtige ambachtelijke scheepswerf waar men bezig is om drie grote jachten te restaureren. De geur van eiken en het geklop van beitels en breeuwhamers klinkt als muziek in mijn oren. Wat een genot om daar te mogen werken. Op 1 Juni 18.30 haal ik Juliette van het station op en samen wandelen we terug naar de haven. Na een welkomsdrankje gooien we los en zeilen terug naar Camaret. We kokkerellen wat , wisselen de laatste nieuwtjes uit en gaan vroeg ter kooi.
2 – 3 Juni Camaret – Bénodet ( Sainte Marine ) 52 mijl
Vroeg uit de veren om met een beetje tij mee door de Raz De Sein te zeilen. Het kan daar enorm stromen en daardoor spoken. Na een mooie tocht bereiken we de monding van de rivier de Odet en meren af tegenover het plaatsje Bénodet in het haventje van Sainte Marine. Ook weer super mooi en omgeven met leuke huisjes, een oud droogvallend haventje en gezellige terrasjes. De volgende dag gaan we verder deze mooie rivier op en gaan aan een vrije mooring liggen midden tussen de bosrijke oevers en voor een prachtig château. Het is er doodstil en wij genieten enorm van een mooie middag, avond met ondergaande zon en zingende vogels in de bossen rondom. We filosoferen wat over hoe het is om in een dergelijk château te wonen, wie er wonen, hoe de dagelijkse gang van zaken zal zijn. We zien wel licht in wat kamers maar echt bewoond ziet het er niet uit.
4 – 5 Juni Bénodet – Concarneau 12 mijl
Nadat we in de vroege ochtend de mooring op de rivier Odet losgooien varen we een heel eind deze mooie rivier nog op voordat we omdraaien en terugvaren. Zelden zo’n mooie rivier gezien, soms maakt hij kronkels van 150 graden en meandert hij door begroeide oevers met af en toe een prachtig huis of groter. Het afgaand tij keren we terug en kiezen we zee voor een korte tocht naar Concarneau. Deze haven is en mix tussen een vissershaven en een jachthaven met in het midden een ommuurde stad , “ La Ville Close” De uitstekende marine ligt midden in de stad en op de kade gezellige eetcafé’s en terrasjes. We eten lekker een hapje in een leuke tent waar ze ook wifi hebben en skypen/ mailen na afloop met een kopje koffie. We bezoeken uitgebreid het bijzondere afgesloten stadje en zijn verrast door haar schoonheid. Wel veel toeristen maar als je die wegdenkt blijft een wonderschoon oud stadje over met een paar goed intact gebleven straatjes. Er is zelfs een klein parkje en men kan geheel over de wallen lopen met prachtig uitzicht over de haven en stad.
6 – 7 juni Concarneau – île de Croix 30 mijl
Al snel na het verlaten van Concarneau merken we weer de rustige oceaan deining van de golf van Biscay met haar lange golven. We zeilen heerlijk voor de wind met uitgeboomde zeilen. En na een paar uur zien we het hoge eiland voor ons opdagen. Het lijkt erg op Alderney maar dan veel groener. Het heeft ongeveer dezelfde afmetingen. Het ligt 7 mijl uit de kust voor de stad Lorient en heeft een piepklein haventje Port Tudy met een paar visiter-moorings in een voorhaven en enkele ligplaatsen voor visiteurs in een binnen haven. Wij meren af voor de reddingsboot aan een kleine steiger. Even daarna knalt een Ierse zeilboot, Grand Slam uit Cork met een onzekere schipper boven op ons. Hij, zijn hele achterpreekstoel in elkaar, inclusief enkele scepters. Grand Slam raakte ons bij de voorpunt, wij hadden gelukkig maar enkele schrammen. De man vaart weg gaat ergens anders liggen en we hebben hem niet meer gezien. De klap was toch aanzienlijk. Toch zou je denken, die man komt met een fles wijn en schaamrood op zijn Ierse appelwangetjes zijn excuus aanbieden en vraagt of wij schade hebben, maar nee hoor twee dagen geen taal noch teken. Ga toch een briefje schrijven aan zijn Royal Club te Cork. We huren een fiets en klappen de vouwfiets van Martine open en we crossen 5 uur over dit prachtige eiland. Het heeft uitstekende kleine weggetjes en fietspaden die je dwars door de natuur laat fietsen met af en toe een leuk dorpje, natuurlijk een terrasje en heerlijk Franse koffie en een croissantje. Met wat straffe kuiten komen we weer na deze rondtoer terug aan boord en genieten van een heerlijke avond.
8 Juni île de Croix – Lorient 7 mijl
Kort oversteekje, we varen de rivier op , passeren diverse grote en kleine jachthavens en meren af midden in de stad. We krijgen een VIP ontvangst en een mooie box toegewezen. Uiterst vriendelijke havenmeester legt alles uit en geeft ons twee fietsen om lekker rond te sjezen. We gaan naar het museum Cité de la Voile Éric Tabarly. Een geheel nieuw museum toegewijd aan zee- en oceaanzeilen in het algemeen en aan Éric Tabarly. Hier brengen we een paar uur door en lopen daarna door de haven die voor het museum ligt en waar alleen maar boten mogen afmeren die mee doen aan al die super wedstrijden zoals Vendee Globe, Transat, Volvo Ocean Race en andere solo en of met bemannings of wedstrijden om records. De Fransen voeren de hoofdtoon met het organiseren van dit soort evenementen. Het weer is een beetje van slag en zo af en toe valt er een buitje. We schieten nog een supermarkt binnen en koken daarna aan boord.
9 – 10 Juni Lorient – Belle île Port Le Palais 27 mijl
In de stromende regen vertrekken we en varen op de motor de rivier af. Helaas super weinig wind en recht uit het zuiden dus pal tegen. We zitten lekker onder de buiskap, automatische piloot aan, kopje thee, wie doet ons wat. We klimmen en dalen over de lange golven en houden goed uitkijk want overal liggen die akelige vissers boeien met fuiken aan lange lijnen, die als je niet oplet in je schroef kunnen draaien. Door de miezerregen zien we pas laat het eiland opdoemen en meren af langs de kade in de binnenhaven van dit mooie plaatsje Le Palais. Het binnen varen is erg mooi en de drie haventjes die achter elkaar liggen zijn omringd door een erg leuk havenfront. De middelste haven valt geheel droog en we kunnen alleen in de achterste haven komen rond hoog water door een sluisje. In de maanden Juli en Augustus schijnt het hier een gekkenhuis te zijn met jachten die hier willen overnachten. Met rustig weer en de wind aflandig kan men goed buiten in de baai voor anker liggen. We liggen toevallig met twee andere Nederlandse schepen, Johanna van Gerard van Muiswinkel en de Ransom, van Johan en Corry van Kleef , zeilers die we al in Concarneau ontmoet hebben. Voor morgen hebben we een leuk autootje gehuurd en deze staat al hier op de kade. We gaan met een heerlijk lunch pakket in de kofferbak en koffie in de thermoskan een grote rondtoer over dit toch wel grote heuvelachtige eiland maken.
Al vroeg uit de veren en met behulp van een overzichtskaart toeren we over het eiland we bezoeken bijna alle baaien en de kleine dorpjes. 9 bij 20 km en ongeveer 71 meter hoog. 84 Km2, 8563 ha waarvan 271 ha een natuurreservaat is. 3000 ha is landbouw of weiland. Overal mooie fiets- en wandelpaden. 5200 inwoners en in de zomer gemiddeld 40.000 gasten, totaal bezoeken per jaar 460.000 toeristen dit eiland , de meeste per boot ongeveer 45 min vanaf de vaste wal.
We bezoeken op het uiterste noord puntje , La Pointe des Poulains. Deze vuurtoren en de villa met bijgebouwen op de punt van het eiland heeft de bekende actrice Sarah Bernardt gekocht eind 18e eeuw om er zich met gasten regelmatig terug te trekken. Erg leuk is het bezoek in een piep klein dorpje, Borlagadec op het eiland aan het atelier van Guillaume Jean. Deze man maakt onwaarschijnlijk mooie modelbootjes uit de schelpen van mosselen. Ware museum stukken! We worden zeer gastvrij onthaald en bekijken zijn atelier en zijn werkplaatsje. Op de foto site kunnen jullie zien hoe kunstig deze modelbootjes er uitzien. Onwaarschijnlijk miniatuur grootte. 500 euro per set in een kleine vitrine kast en Jean verkoopt alleen vanuit zijn atelier.
Juliette heeft het hele eiland mogen rijden in ons huurbakje en dit tot grote schrik van menig onschuldige wandelaar en/of fietser die regelmatig in de berm belanden als deze kleine coureur ze de pas af sneed. En nu maar hopen dat ze in Nederland haar rijbewijs gaat halen eind Juli.
Voordat we de volgende morgen vertrekken vanuit Le Palais Belle Île brengen we nog een bezoek aan de citadelle Vauban, prachtig gerestaureerd en een mooi uitzicht over het stadje en havens.
11 – 12 – 13 – 14 juni. Belle Île – La Trinité sur Mer- Baie de Morbian – Vannes. 16 – 19 – 4 Mijl
We zeilen naar Trinité sur Mer komen laat aan en meren af aan een mooring. Het stadje is gezellig, prachtige jachthaven, doen wat inkopen en een loopje en roeien weer in onze rubberboot naar de Zwaan.
Natuurlijk te vroeg vertrekken we en komen met een uitgaand tij bij de nauwe ingang van de Baie de Morbian aan. Met 2300 toeren op de motor schuiven we tegen 7 knopen stroom voetje voor voetje de baai binnen , daana gaat het gelukkig wat sneller. Wat een zeilgebied, overal eilandjes, beschutte ankerbaaitjes en overal boten aan moorings en prachtige huizen langs de oevers. Er is zelfs midden tussen twee eilandjes een gebied waar watervliegtuigen kunnen landen. Deze zone wordt ook gebruikt om met blusvliegtuigen water op te scheppen als er weer ergens een bosbrand is. Als we helemaal in de uiterste punt land inwaarts varen wordt het steeds smaller en ondieper en we varen uiteindelijk de rivier op naar Vannes. Hier meren we af bijna in het oude centrum achter een sluisje. Uitvoerig bezoeken Juliette en ik de oude ommuurde stad en kijken onze ogen uit naar al die scheve, oude vakwerk pandjes, smalle straatjes en wallen met poorten erin. Voor de hoofdpoort is een gezellig terras en daar drinken we regelmatig koffie alsof we stamgasten zijn. We genieten enorm van deze mooie stad en we maken ook een lange fietstocht buiten de stad en fietsen langs de rivier Du Vinci met daarin het bijna eiland presqu île de Conleau. Zondagavond laat gaat de sluis weer open en wij varen de baai weer in en meren net voor het donker af achter een eilandje aan een vrije mooring.
14 - 15 – 16 juni Baie de Morbian – île dÝeu Port Join-Ville 80 mijl
Na een mooie dag zeilen met een wind uit het noorden zien we het eiland Île dÝeu opdoemen na 12 uur varen. Het waait stevig en het afmeren in het piep kleine haventje gaat net goed. We liggen naast een Amerikaan uit LA en verder zijn het voornamelijk Engelse visitors. Het gaat ‘s nachts poeieren en de komende twee dagen blijft het windkracht 7 waaien. Wij maken gebruik van de lokale busdiensten en laten ons over het eiland brengen, waar we regelmatig uitstappen en fikse einden wandelen door weer een prachtige natuur. De huizen hier hebben bijna allemaal geen verdieping, zijn wit geschilderd en hebben romaanse licht rode dakpannen . Het is net alsof je ergens langs de Middellandse zee wandelt. In de haven is iedereen druk in de weer met lijnen en venders en het fluit concert door de stagen is indrukwekkend. De stootbillen van onze buurman zijn al leeggelopen en samen proberen we met de inmiddels nieuwe stootbillen de schade te beperken. Een kleine trimaran met bb motor wordt door de reddingsdienst binnen geloodst, gelukkig niets aan de hand.
17 juni Île d’Yeu – Les Sable d’Olonne 30 mijl
Met nog een behoorlijke zeedeining zeilen we met een prachtig lopend windje weer naar de vaste wal en schuiven de haven van Les Sable d’Olonne om 18.00 uur binnen. Deze haven is bekend van de Vendée Globe de solowedstrijd rond de wereld die eens in de (vier?) jaar gehouden wordt. Ik ben zelf wel eens naar een start van deze wedstrijd enkele jaren geleden gaan kijken en dan zie je pas hoe gek de Fransen zijn met deze zeilhelden. We stonden met zeker 30.000 mensen langs de kade en langs de beide pieren van de haven voor iedere uitzeilende Vendée zeiler te applaudisseren en er was een heel circus opgetuigd met tentoonstellingen etc rond deze wedstrijd. We fietsen rond de havens richting een grote boulevard met een prachtig strand. Promenade de L’Admiral Lafarque, met een grandeur van Nice of Cannes. We gaan straks in een gezellige pub daar het voetbal kijken, Frankrijk speelt vanavond dus dat beloofd wat. Morgen gaan we naar weer zo’n mooi eilandje Île de Ré.
18 – 19 – 20 – 21 Juni Île de Ré en La Rochelle 9 en 5 mijl.
Als we île de Ré en de haven St Martin-De-Ré daar naderen moeten we 2 uurtjes buiten wachten voordat we de droogvallende voorhaven in kunnen. Daarachter ligt een piepklein jachthaventje met een sluisdeur die 2 uur voor en na hoogwater open is. Als we de haven binnen varen varen we net een filmset binnen Ook hier heeft de Franse beroemde forten bouwer Vauban een enorme citadelle laten bouwen ter bescherming tegen de Hollanders en de Engelsen. Daarbinnen bevindt zich een hoekige haven met daaromheen de prachtigste huizen, hotelletjes, café’s en super veel terrasjes. Dit alles gebouwd van de lokale witte zandsteen met rode pannen daken. Alsof je weer ergens aan de Middelandse zee bent. We beklimmen de kerktoren van het stadje langs een houten trapje , langs de klokken stoel en hebben een prachtig uitzicht over het eiland en het stadje. We blijven heerlijk twee dagen hangen op dit eiland en verkennen St Martin en nabije omgeving. Daarna zeilen we het korte stukje naar La Rochelle en meren af in de oude stad in het Basin Des Yachts. We hebben mooi uitzicht op de Vieux Port en de twee torens , St.Nicolas en La Chaine de wacht houden over de oude haven. De ketting die tussen de torens gespannen werd ligt nog op de kade. In de derde toren La Laterne heeft ook gediend als gevangenis waar menig Britse en Hollandse zeeman gevangen heeft gezeten. La Rochelle was in de middeleeuwen al een belangrijke stad met een bloeiperiode in de 17de en 18de eeuw. Slavenhandel,specerijen, suiker en o.a bont uit Canada brachten fortuin. We struinen eindeloos door deze prachtige stad. De AIS , een systeem waarop schepen elkaar kunnen zien op een kaartplotter was aan boord van F.S. niet goed geprogrammeerd en gelukkig heeft een kundige monteur met wie wij een afspraak hebben gemaakt dit systeem opnieuw ingesteld. Op 21 Juni is het de dag van de zonnewende en dan wordt in heel Frankrijk het Fête de la Musique gevierd. Overal in La Rochelle staan muzikanten te spelen en het is erg druk met mensen die hier op afgekomen zijn. Erg Gezellig. Op de kade vlak achter de Zwaan gaan we wat eten, genieten van een jazz band die daar speelt en duiken daarna een internet barretje binnen voor koffie en de mail-check. We besluiten, nadat we het weer op internet bekeken hebben, om nog diezelfde avond, nacht als het dock open gaat te vertrekken en de golf van Biscay over te steken naar Noord Spanje , haven Santander.
21 – 22 - 23 Juni La Rochelle – Noord Spanje . Santander. Ca 200 mijl.
We vertrekken om 24.00 uur met begeleiding van beat muziek over het water. Er staat weinig wind en ook weinig golfslag en een wassende maan geeft mooi zilverachtig licht. Langzaam verdwijnen de lichten van La Rochelle en het vaste land achter ons. We moeten eerst het eiland Île d’Oléron ronden voordat we de koers zuid richting Noord Spanje kunnen inzetten. Wind uit het Noord Oosten, helder zicht en duizenden sterren boven ons. Heerlijk zeilen dus. Om 05.00 wordt het alweer licht en maak ik Juliette wakker om ook een wacht te draaien. Overdag doen we wat tussen tukjes, de automatische piloot stuurt en wij genieten van deze oversteek. We krijgen om 14.00 uur bezoek van een grote school dolfijnen die wel een half uur om de flying swan blijven spelen. Wat zijn het toch prachtige beesten en wat een snelheid kunnen ze ontwikkelen met slechts een kleine beweging van hun staartvinnen. Als je op de boeg gaat staan komen ze steeds naar de boeg toe draaien zich een beetje om en kijken je aan terwijl ze piepende geluiden maken. Een top moment van deze oversteek. Ook vlak onder de Spaanse kust krijgen we bezoek van deze zoogdieren. De tweede nacht zeilen we in met uitgeboomde kluiver en grootzeil en ook nu weer onbewolkt, sterren en een mooie maan. In tabrico de middag zien we eerst de toppen van de achterliggende bergen van de Noordkust opdoemen en een uurtje later zien we het lagere gedeelte van de kust. We zeilen de prachtige baai van Santander binnen, proberen eerst af te meren in de Marina bij de stad echter deze is alleen voor locals en zeilen daarna door een stukje de rivier op naar de grote Marina Puerto Deportivo.
Vanuit hier vertrekt Juliette met bus naar Bilbao en met het vliegtuig naar Amsterdam. Het was meer dan top om heerlijk vier weken samen met dochter langs de Franse kust te zeilen en de golf van Biscay over te steken. Een super bootsmaatje en lieve dochter. Ik ga haar missen. Ik ga nu solo verder langs de Noord Spaanse kust tot La Coruna waar gelukkig weer Martine aanmonstert voor de tocht langs Spanje, Portugal, Marokko en de Canarische eilanden.