verhalen

 

 

Mei 2010

 

Vertrekken en dan de eerste loodjes.

Op 1 mei 2010  klokslag  13.00 uur gaan de trossen los van de terrassteiger van ons clubhuis WSV Zierikzee.

De drie dochters met  vrienden, onze familie, vrienden en bekenden hebben zich daar verzameld om onder het genot van koffie, bolussen en broodjes  ons uit te zwaaien.

Wat was het daar supergezellig en hoe moeilijk was het om daar afscheid te nemen van al deze lieve mensen, maar het avontuur is begonnen.

Dank aan Ingrid en crew die ons daar verwenden en aan de mooie woorden van Leen Noordhoek , voorzitter van WSV Zierikzee en Peter Mater haven commissaris .

Met een waterig zonnetje op weg via het Veerse Meer  naar Middelburg. Volgende dag rustig naar Breskens voor de laatste inkopen en het opruimen van het schip.

3 Mei : De meeuwen waaien van de dijk en de regen komt met bakken uit de lucht, dus wij draaien ons nog eens lekker om in de achterhut.

4 mei : Mooie koude wind uit de noord, windkracht 5, helder weer met een zonnetje. Ondanks de hoge deining lopen we gemiddeld met stroom mee 9 knopen en dat is snel voor deze zwaan. Na 55 mijl meren we om 16.00 uur af in de marina van Duinkerken.

5 mei : Nog steeds die mooie wind uit het noorden, 4 tot 5 beaufort, wel steenkoud , af en toe wat zon en later in de middag neemt de bewolking toe. We raken zo wel ingeslingerd en alle losse onderdelen van de boot rapen we op en stouwen we beter weg. Prachtig waren de beide kusten van Frankrijk en Engeland  te zien in het Nauw van Calais.

Na 50 mijl schieten we met het laatste restje tij de haven van Boulogne in en meren af om 16.00 uur.

Natuurlijk  lopen we de binnenstad in en scoren heerlijk vers brood en halen herinneringen op van de   vele andere keren dat we deze stad bezochten.

6 mei : Boulogne – Dieppe  55 mijl, wind 5 tot 6, behoorlijk wilde zee en voor de wind een moeilijke koers. De kluiver uitgeboomd over stuurboord en het grootzeil over bakboord in de bullietakel en gaan met die zwaan.  Om wat gerichter te sturen hebben we zelf gestuurd in plaats van de automatische piloot, dus om de beurt een uur sturen. Martine krijgt al echte spierballen en dat moet straks te merken zijn aan haar golfswing. Koffie zetten is een hele toer op het slingerende schip laat staan koken, maar toch krijgt zij het voor elkaar. Na een vermoeiende maar mooie tocht meren we af om 16.30 uur te Dieppe.

7 mei : Dieppe – Fecamp  32 mijl wind NO 4 tot 5 bewolkt met af en toe een zon. We zeilen vlak langs

prachtige hoge krijtrotsen met om de zoveel mijl erg mooie verlaagde  inhammen waarin leuke dorpjes met  prachtige huizen. Van veel villa’s zijn de luiken gesloten dus dat zijn denken we vakantiehuizen.  We knijpen hem wel een beetje want we komen met pal laag water aan in Fecamp en we weten dat het  in de haveningang niet diep is, ca 1,5 meter met laag water, en dat door storm deze ingang snel kan verzanden. Alles gaat goed en voorzichtig schuiven we om 12.00 uur deze mooie haven binnen. Eindelijk lukt het ons om internet te pakken en kunnen we mails en andere zaken binnenhalen. Morgen gaan we waarschijnlijk dwars de Seine baai oversteken naar St Vaast ca 65 mijl.

Nu eerst een kopje koffie en deze mail via onze trouwe webmaster en vriend Gijs Boelaars versturen en plaatsen. Na veel oefeningen moet het ons een keer lukken zelf foto’s , tekst en film op onze site te kunnen plaatsen .

 

8 mei . Fecamp - Cherbourg.  80 mijl

Om 8 uur trossen los en met een klein zonnetje NO wind 3 tot 4 steken we de Seine baai over. Blijft fris en we moeten regelmatig de motor bijzetten om wat vaart in de zwaan te houden. Ondertussen lekker lezen, wat eten, kletsen en af en toe een tussentukje. Zicht was goed en de zee was zeer rustig. Na 10 uur komen we bij de kop bij Barfleur aan , precies op tijd om weer het laatste stuk  de stroom mee te krijgen naar Cherbourg. Om 20.00 uur meren we af . De komende twee dagen blijven we hier, het weer is niet best, erg koud en  behoorlijk wat wind en we hebben de tijd. In de grote supermarché inkopen gedaan voor de komende periode.

 11 Mei. Cherbourg – Guernsey  St Peters Port. 45 mijl

Ondanks een stevige wind 5 tot 6 met vlagen van 7 zijn we toch als enige uitgevaren. De zee is ruw maar met halve wind lopen we soms 10 knopen.  In de beruchte Race of Alderney waar het soms flink kan spoken lopen we zelfs 12 knopen dankzij het tij. De zon breekt daar door en het eiland Alderney  aan stuurboord ligt er prachtig bij. Ik vind het een van de meest mooie eilanden,  klein met een mooie baai waar je of aan een mooring  kan gaan liggen of ankeren.  Ook de eilanden Herm en Sark vlak bij Guernsey zijn onze favorieten. Na een voorspoedige tocht schuiven we de haven van St Peters Port binnen, we tanken eerst taxfree en meren af in Victoria Marine. Blijft een leuk eiland, een gezellige Marina en stadje. 

13 Mei. Guernsey – Jersey. 29 mijl

Met een heerlijk zonnetje schuiven we rustig naar Jersey . Opvallend veel zeilboten aan de horizon komende van het vaste land van Frankrijk. Dat hebben we gemerkt , aankomende in de haven van Jersey St Helier liggen zeker 80 boten afgemeerd te wachten tot ze over de drempel van de jachthaven kunnen varen. Dan barst de hel  los. Iedereen gooit los en wilt als eerste de haven in. Erg genoten, wat een chaos. Een arme havenmeester in een bootje probeert  zonder resultaat  orde in deze puinhoop te brengen. Na een uurtje is iedereen binnen en wij krijgen als een van de laatste een mooie plaats toegewezen.

14 mei. Jersey – Saint Malo.  38 mijl

We zeilen met weer een gunstige wind richting de vaste wal van Frankrijk. We maken een omweg om het Plateau des Minquiers te ontwijken en dit deed ons herinneren aan een van de vorige jaren dat we hier zeilden samen met onze vrienden Scholten , met De Janssen, ook op weg van Jersey naar St Malo. Het was ruig weer en op en gegeven moment ging Martine naar binnen en stapte pardoes in de kajuit in het water. We waren vergeten de buitenboord kraan van de voorste wc  en douche dicht te draaien en hier was bij elke duik van het voorschip van Flying Swan ,een kolom water door de wasbak naar binnen gespoten. Zeker 200 liter zeewater stond inmiddels in de kajuit. Effe schrikken maar al snel hadden we het schip weer droog gepompt en in St malo alle zaken die nat geworden waren ontzout.  

In St Malo hebben we even gewacht en we kunnen schutten  door de sluis en meren omstreeks 18.00 uur af tegen de kademuur van de binnenhaven Port Vauban. Hier lig je op 20 meter van de ommuurde stad,  Intra Muros van St Malo. Erg toeristische maar wel een bijzondere stad. Lopend over de stadswallen heb je prachtige uitzichten over de omgeving. We zoeken een gezellig restaurantje uit en na het diner drinken we koffie en kijken terug op een mooie tocht vanuit Zierikzee.  Op 16 Mei neem ik met weemoed op het station afscheid van Martine die nog graag haar werk en kids van de Dirk van Veen netjes wil afronden en pas in begin Juli weer aanmonstert ergens in het zuiden. Ik ga solo twee weken verder en pik dochter Juliette in Brest op. Zij gaat heerlijk samen met mij een maand meezeilen en wij zakken rustig langs de mooie Franse kust af tot ergens in Noord Spanje.

17 Mei. St.Malo – Lézardrieux.  50 mijl

Na een heerlijke zeiltocht zeil ik in het stemmige avondlicht  langs het eiland ile de Bréhat, deze mooie rivier op. Op de kaart ziet de ingang  er erg ingewikkeld uit maar als je dichterbij komt dan wijst het zich vanzelf.  Langs de oevers van de rivier staan leuke huizen en na een mijl of 8 meer ik af in de haven van Lézardrieux. Ik ben nog net op tijd bij de bakker en koop bij de kleine supermarkt wat zaken voor het diner. Na afloop drink ik in het clubhuis koffie en tijdig ter kooi. 

18 Mei. Lézardrieux – Tréquier.  25 mijl

Een rivier verder die bijna net zo mooi is als de vorige ligt stroom opwaards Tréquier. Een prachtig oud plaatsje met kronkel straatjes tegen een heuvel  met huizen in vakwerkbouw. Ook hier een marina waar ik F.S. afmeer. Ik maak een lange wandeling en geniet van dit historisch stadje.

19 Mei. Tréquier – Roscoff.  35 mijl

Vroeg uit de veren vanwege het tij schuif ik langs de bosrijke oevers met weer prachtige huizen richting zee. Op zee zeilen omhoog en ondanks het heiige weer heerlijk gezeild naar Roscoff.  Ondanks vele pogingen krijg ik geen informatie of er moorings voor dit stadje liggen. De haven van Roscoff valt geheel droog , echter voor de haven  liggen in het seizoen een aantal moorings, anders wordt het ankeren. Inderdaad  omstreeks 17.00 uur leg ik vast aan een van de vrije tonnen. ’s Avonds wat koken en lekker in de kajuit het laatste deel van Millenium 3 uitlezen.

20 Mei. Roscoff – L’aber Wrac’h  35 mijl

Ik kijk naar buiten en potdichte mist. De boot achter mij op 15 meter is niet te zien, dat beloofd wat. Twee misthoorns laten regelmatig hun sombere geluid horen en verder hoor ik stemmen op de wal. Ik lig tussen het eilandje ile de Baz en de vaste wal en wil hiertussen door vertrekken richting west maar met deze dichte mist is dat geen doen. Om 12.00 uur trekt de mist iets op en een vissersboot hoor ik aankomen en gaat dezelfde richting  uit die ik wil. Snel gooi ik los en wil deze boot volgen echter na 10 minuten ben ik hem al kwijt en ga ik verder met radar, gps, kaartplotter en AIS aan. Voorzichtig volg ik de geul in deze dichte mist en na 20 minuten voel ik dat er een grote zeedeining aanwezig is en ik ben weer op open zee. Dat was spannend want in dit vaarwater Chenal de l’íle de Batz liggen veel ondieptes en rotsen in de weg. De tocht verder kenmerkt zich door een prachtige oceaan deining met een afstand tussen de golftoppen van meer dan 50 meter  en afwisselende mistbanken met soms weinig en soms beter zicht. De rivier en marina van L’aber Wrac’h is goed aan te lopen en FS meert om 18.30 uur af bij La Palue. Daar een gezellige drukte vanwege de komende dag de start van de Race La Manche en Double waar een 40 schepen aan deel nemen.

22 Mei. L’aber Wrac’h – île de Ouessant.  25 mijl

Na een lay-day vroeg vertrokken naar het beruchte eiland Quissant . Prachtig weer en een lekkere bries. Kluiver uitgeboomd , grootzeil aan de andere kant vastgezet en heerlijk pal voor de wind , stroompje mee en gaan met die zwaan.  Vanuit zee zie ik een rotsachtig eiland opdoemen met aan de bovenzijde groene weilanden en veel  vuurtorens er om heen. Ik vaar tussen ile Moléne en Quissant heen  de zg passage du Fromveur en schuif achter het eiland de mooie baai bij Lampaul binnen. Daar leg ik vast aan een van de 15 moorings  voor het dorpje Lampaul.  Na mij komen er nog zeker 10 jachten aanzeilen ( Pinksteren) die moeten helaas ankeren.  Door de valwinden valt dat niet mee en sommige moeten in de loop van de dag opnieuw ankeren . De ankergrond is op sommige plaatsen geheel begroeid met dikke kelp en daardoor een moeilijk houvast voor het anker. Volgende dag rubberboot in orde gemaakt , buitenboord motor erop en naar de wal voor vers brood , kopje koffie op het pleintje en fikse wandeling over dit ruige eiland. Ca 850 mensen wonen hier op ongeveer 1552 Ha. Het eiland is 8 bij 4 km groot en ca 60 meter hoog en overal de beroemd Quissant schapen. Het vlees van deze beesten schijnt erg lekker te zijn. Er schijnen 50.000 schepen per jaar langs dit eiland te varen en na de grote ramp met de olietanker l’Amoco-Cadiz is er een nieuwe radartoren gebouwd met permanente bemanning om de scheepvaart veilig rond dit eiland te loodsen. Toeristen komen voornamelijk een maal per dag met een pontje om hier lekker te wandelen. Ik ga ook op pad en geniet enorm van de rust de mooie natuur en de mooie vergezichten over het eiland en de zee. Zeker een eiland om als het wind in de noord zit om aan te doen. Je ligt dan veilig in deze open baai van Lampaul.

24 Mei. île de Ouessant – Morgat.  30 mijl

Na twee heerlijke dagen Ouessant verder richting baai van Douarnenez  gezeild en om de Cap de la Chévre deze baai in naar Morgat. Enorm hoge rotsen omzomen de baai, begroeid met naaldbomen. Vanuit zee komende is het heerlijk om weer die zoet lucht van deze bomen te ruiken. Het is prachtig weer , bijna tropisch en ik geniet enorm van deze kust. Meer af nadat ik weer wat diesel getankt heb in de Marina. Het plaatsje ligt in een kom van een baai met een geelwit strand. Met laag water is het strand enorm en er wordt al volop gezwommen en met kano’s rondgevaren.

25 Mei. Morgat – Douarnenez   9 mijl

Ik steek de baai dwars over en meer om 10.00 uur af in het historische haventje van Douarnenez. Eigenlijk aan de overkant van de haven in het plaatsje Tréboul. Leuk gedoe, zeilscholen, marina, historische schepen, ook hier kronkelende straatjes van soms maar 2 meter breed en een mooi  scheepvaart museum. Natuurlijk ga ik hier uitgebreid op bezoek en breng een aantal uren door in zowel het binnen als buiten museum. De moeite waard. De haven is vroeger beroemd geweest door de sardine vangst en verwerking van deze vis in blikken. Daar is nu niet veel meer van over, maar het museum geeft een goede indruk hoe het er vroeger aan toe ging.

26 Mei. Douarnenez – Camaret sur Mer  20 mijl

We zeilen de baai uit en gaan weer richting noord en richting Rade de Brest de baai en ingang naar Brest. Camaret sur Mer is een leuk klein visserij en jacht haven aan het einde van het schiereiland Crozon en ten westen van Brest. Een erg gezellige kade met eettentjes en terrasjes omzoomd een mooie baai met daarin twee marina’s  Ik meer af in de oudste marina dicht tegen de kade, Plaisance du Styvel. Hier ontmoet ik ook Barbara en Henk van de Rapy ,ook vertrekkers die ik al kende via hun website. Erg gezellig , wisselen onze plannen uit en we drinken over en weer koffie en vieren de verjaardag van Barbara met koffie en appeltaart.  Ik blijf hier heerlijk wat rondhangen en ga in het weekend of maandag naar Brest om dinsdag 1 Juni mijn jongste dochter op te pikken, ze komt met de TGV uit Parijs daar aan. Daarna zakken we samen 4/5 weken af naar het zuiden naar de zon ! Ik verheug mij enorm om samen met haar dit avontuur te delen.

tot slot:

Barbara en Henk Raaphorst van Rapy hebben een mooie website.

Zij steken van Camaret over naar La Coruna, hoppen verder naar het zuiden en gaan vanaf Algarve via Madeira, canarische eilanden , Kaap Verdische eilanden naar Gambia. Daar steken ze over in januari naar Suriname.

 

27 Mei – 30 Mei Camaret sur Mer.
Vier heerlijke dagen in dit mooie haventje. Veel fietsen, klussen en wandelen. Ik bezoek o.a na een fikse wandeling de Menhirs de Lagatjar, een lange rij enorme stenen mat in drie korte rijen haaks hierop ook weer deze menhirs. (Megaliths) Eigenlijk weet niemand precies wat de bedoeling van deze opstelling is geweest , die mensen zo’n 2500 jaar voor Chr hier en op vele andere plaatsen in Bretagne hebben gemaakt. Het moet een enorm karwei geweest zijn om deze enorme stenen te verslepen en weg te zetten. Het is hier geweldig mooi om langs deze soms 60 meter hoge rotsige kustlijn te wandelen met fantastische uitzichten over de zee. In de haven staat een mooie oude kapel/kerk , Chapelle Notre Dame de Rocamadour met scheepsmodellen aan het plafond. Deze modellen worden geschonken door mensen die op een of andere manier dankbaarheid tonen vanwege een redding op zee of anders. Men vindt dit in vele kerken langs deze kust. Natuurlijk steek ik ook een kaars op ter zegening voor onze reis. Ook liggen hier een aantal prachtig houten vis kotters als wrak op de kant en ik denk dat ze deze bewust laten liggen als toeristische trekpleister. Het fort op de punt bij de ingang van de haven , Tour Vauban, wordt door de Unesco gesteund en is een bezienswaardigheid.

 

 

  Terug naar het Archief

 

   Voorbereidingen

   Mei 2010

  Juni 2010

  Juli 2010

  Augustus 2010

  September 2010

  Oktober 2010

  November 2010

  December 2010

 

Copyright ® 2010 FlyingSwan.nl  
Flying Swan On The Move